Ads Top

Nederland in de EU op de derde plaats wat betreft octrooiaanvragen voor 3D-printen

Additive manufacturing, ook bekend als 3D-printen, is het afgelopen decennium sterk gegroeid. Het onderzoek Innovation trends in additive manufacturing toont aan dat tussen 2013 en 2020 de wereldwijde octrooiaanvragen in 3D-printtechnologieën met een gemiddeld jaarlijks percentage van 26,3% zijn toegenomen – bijna acht keer sneller dan in alle technologiegebieden samen in dezelfde periode.</strong>

Nederland staat van alle EU-lidstaten op de derde plaats wat betreft de innovatie in 3D-printen, na Duitsland en Frankrijk, en negende wereldwijd.

Nederlandse bedrijven en uitvinders waren verantwoordelijk voor een bijdrage van 7%p procent van alle internationale octrooifamilies (international patent families, IPF’s) in 3D-printtechnologieën uit Europa. Een IPF vertegenwoordigt een belangrijke uitvinding waarvoor octrooiaanvragen zijn ingediend in twee of meer landen wereldwijd.

In totaal zijn sinds 2001 wereldwijd meer dan 50.000 internationale octrooifamilies voor 3D-printtechnologieën ingediend. Europa en de VS lopen voorop in de wereldwijde innovatierace op het gebied van 3D-printen. De VS staat bovenaan, met 39,8 procent van alle IPF’S. Europa (39 EOB-lidstaten) volgt op de voet met een aandeel van 32,9%.

Volgens schattingen van Wohlers Associates heeft de markt voor 3D-printen een sterke groei doorgemaakt, waarbij de omzet in de sector verdrievoudigde van 6 miljard dollar in 2016 naar 18 miljard (16,17 miljard euro) in 2022.

Het onderzoek van het EOB, gebaseerd op octrooigegevens, biedt vroege inzichten in het mogelijke toekomstige gebruik van 3D-printen. Omdat patenten worden ingediend maanden of zelfs jaren voordat er producten op de markt komen, kan octrooi-informatie een indicatie geven van welke richting technologieën opgaan.

Bedrijven en uitvinders uit Nederland hebben het grootste aantal octrooien aangevraagd op het gebied van machines en processen (7e wereldwijd met 660 IPF’s) en polymeermaterialen (4e wereldwijd met 303 IPF’s). Als het gaat om toepassingsgebieden van 3D-printtechnologieën is Nederland relatief sterk in toepassingen in schoeisel (7 procent aandeel in het wereldwijde totaal, 36 IPF’s), voeding (6,3 procent aandeel, 16 IPF’s), de automotive-sector (2,7 procent aandeel, 74 IPF’s) en elektronica (2,8% aandeel, 52 IPF’

Amerikaanse, Europese en Japanse bedrijven zijn allemaal vertegenwoordigd in de top 20 van octrooiaanvragers voor 3D-printen, met als top drie General Electric, Raytheon Technologies en HP. Siemens, op de vierde plek, is de sterkste Europese speler, met bijna 1000 IPF’s in 2001-2020. De Europese multinational Airbus, waarvan het hoofdkantoor in Nederland is gevestigd, staat ook in de top 20, met 325 IPF’s in dezelfde periode.

Nederlandse bedrijven hebben een sterke rol gespeeld bij het bevorderen van innovatie op het gebied van 3D-printen. Naast Airbus diende Philips in 2001-2020 212 IPF’s in en behoorde tot de grootste Europese bedrijven voor toepassingen van medische apparatuur (zie onderstaande tabel), terwijl DSM 115 IPF’s indiende. Daarnaast was Signify verantwoordelijk voor 112 IPF’s en stond daarmee op de tweede plek in Europa in marine engineering (een kleine, maar groeiende sector voor 3D-printtoepassingen).

Naast grotere bedrijven leveren ook start-ups en bedrijven in het MKB een belangrijke bijdrage aan de innovatie van additive manufacturing in Nederland. Deze bedrijven, waaronder bijvoorbeeld Additive Industries en Xeltis, zijn in veel gevallen gespecialiseerd in een bepaald 3D-printdomein en onderhouden aanzienlijke patentportfolio’s om hun bedrijfsontwikkeling te ondersteunen. Deze bevindingen onderstrepen de veelzijdige en belangrijke bijdragen van Nederland aan de ontwikkeling van 3D-printtechnologieën.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.